![]() |
The autumm in Germany.
Verlaten drijft een mistwolk over de Duitse wouden
Eenzaam zilvergrijs aftekenend tegen de beboste hellingen van de winterkoude.
De blauwsparren schudden langzaam nog eenmaal hun naalden in de wind,
als laatste groet aan ons, voordat ze zwijgen en een jaargetij blind.
De Marksburg torent trots uit boven het met ranken bezaaide land van wijn,
zoals door de eeuwen heen houdt zij nu fier de wacht am rhein
Waar de regen en sneeuw nu langzaam die deutsche ecke gaat overwinnen,
zal tegen de begroeide hellingen het ontkiemen weer gaan beginnen.
Waar de groene moezel en de blauwe rijn zich straks weer gaan verkleden,
als de zachte lentezon zich laat zien, behoort de winter tot het verleden.
Hoog boven de stervelijke zal het verkilt, marmer monument ontwaken,
en zijn waarschuwing een zomer lang aan de wandelaar bewaken.
De met traditie doordrongen muren zullen weer historisch gaan groeien,
als bij Koblenz het water en het land mit freude opnieuw gaan bloeien.
|
![]() |
||||||||||